Aan een mooi palmenstrand wordt door een Tongalees die jaren in Australiƫ had gewoond, bij een grot, die vroeger door zijn voorvaderen werd bewoond, onder een afdak van hout en palmbladeren, een gelegenheid gebouwd, waar gegeten en gedronken kon worden onder de klanken van een melodieus orkestje. Na het eetfestijn wordt er in de grot een dansvoorstelling gegeven, compleet met dames in rieten rokjes en mannen in krijgstooi.